


sleutel 1: inzicht
en inventariseren. Bepaal je diepste muzikale verlangens. Wat is er nodig om die te verwezenlijken? Weet je talenten. Buit je sterke kanten uit. En kijk waar je progressie kan en wilt boeken. Kijk ook waar je valkuilen zitten. En wat is minder ontwikkeld. Zijn er mogelijkheden dat te ontwikkelen? Of past het minder bij je. Net als in bv. voetbal, als je een teamspeler bent en je speelt verdediger, dan heb je andere skills capaciteiten nodig dan een keeper of spits.

sleutel 2: inventief
Als je in kaart hebt wat je wilt is het tijd voor de volgende stap. Ont-moet ont-dek en ont-wikkel.
Kom in beweging. Laat het stromen. Vindingrijkheid. Wat jij voelt. Leer kijken naar mogelijkheden. Begin met wat al meteen toe te passen is alvorens je hele ingewikkelde nieuwe structuren gaat aanleren. Het zit hem vaak al in kleine simpele dingen. Loop jij bv. vast tijdens het improviseren? Speel je altijd dezelfde loopjes? Gaat je loopje omhoog. Dan speel hem eens omlaag. Leer oplossingen zien.

sleutel 3: ID
Alles start met een idee. Je muzikale vocabulaire is jouw schatkamer om muziek te maken. Elk muziekstuk vraagt om een andere aanpak, en andere woorden. Voor je begint kan je al bepalen wat je wilt bereiken met stuk. Gebruik niet alle woorden in 1 stuk. Maar ga van een idee uit. En ga van daaruit. Zo wordt ieder muziekstuk iets unieks. Door jouw verwoord. En de volgende keer kan je het met een ander idee aanpakken. Wat is jouw drive in de muziek? Identiteit. Zonder idee geen eigen identiteit. Stem af op je eigen wijs. Ook al wijk je af van wat anderen vinden en denken. Ont-moet, ontdek en ontwikkel jezelf.
Ik kan

sleutel 4: intoneren:
Afstemmen op je eigen wijs. En je eigen klank. Wie ben je? Met de aandacht naar binnen richten. En waar vraagt het muziekstuk om? Als je op jouw muzikale voorstellingsvermogen leert af te stemmen kom je op jouw voorkeuren uit. Van daaruit ontwikkel en verdiep je verder. Van daaruit kan je verbinding met de muziek maken. En in het geval van samenspelen met andere musici. Zie jezelf als een stem, die via de ene toon naar de andere gaat. En blend samen met de andere melodieën en stemmen. Samen vorm je de harmonie.

sleutel 5: Improviseren:
Uit je comfortzone. Kwetsbaar opstellen. Elke keer weer fris iets doen. Niet het voor de handliggende veilige kiezen.
Werken binnen de aangereikte kaders en afspraken. Vind je vrijheid binnen die structuren om jouw eigen stem te laten horen.
Er bestaat niet zoiets als zekerheid. Zie de angsten onder ogen om de controle los te laten. Het heft in eigen hand nemen. Je eigen wijs volgen. Gaan staan voor je muzikale ik.

sleutel 6: Innoveren:
Neem elk moment onbevangen waar. Sta open voor wat waar is in het moment en voor jou.
Leer denken in mogelijkheden, zie gelegenheden waar je jezelf kan veranderen.

sleutel 7: Impressioneren:
Belicht, bespiegel. Leer dingen vanuit een ander persectief te zien.
Leer mensen en situaties met andere ogen te aanschouwen. Vanuit je wijsheid.